Wat moet een waarnemer geregeld hebben?

Benodigde documenten voor het inschrijven:


- Identiteitsbewijs

- BIG document

- HVRC/RGS document

- UZI pas

- AED certificaat

- Beroepsaansprakelijkheidsverzekering

- Klachtenregeling

 

Pensioenopbouw Waarnemende Huisartsen

VERPLICHTE DEELNAME

Sinds 1 januari 2009 bent u als waarnemend huisarts verplicht deel te nemen aan het pensioenfonds voor huisartsen (SPH). De verschuldigde premie wordt door de SPH berekend over de totale bruto omzet uit huisartswerkzaamheden. Dit is het totaalbedrag wat door u aan nota’s is uitgeschreven aan opdrachtgevers plus uw (niet gefactureerde) inkomsten via de WHAM of andere waarneemorganisaties. 

Als u naast bruto inkomsten uit waarneming ook inkomsten hebt als huisarts in loondienst dan wordt over het inkomen uit loondienst al pensioenpremie afgedragen door uw werkgever, dus dit inkomen hoeft u niet op te geven aan de SPH. 

AFTREK

De door u betaalde premie is aftrekbaar in het jaar waarin deze betaald wordt. Betaalt u dus bijvoorbeeld in 2016 achterstallige premie over 2015 dan wordt deze premie pas in het belastingjaar 2016 afgetrokken. Meldt u daarom zo snel mogelijk aan bij de SPH zodat u direkt premie kunt gaan betalen. Dit in plaats van een groot bedrag ineens, achteraf en vermeerderd met rente! 

LIJFRENTE

In principe is het niet meer mogelijk om naast deze premie nog eigen pensioenvoorzieningen aftrekbaar te maken van de belasting. Heeft u bijvoorbeeld in het verleden een doorlopende lijfrentepolis afgesloten waarvoor u nog ieder jaar premie betaalt en waarvan de betaalde premies (voordat u premies ging betalen aan de SPH) aftrekbaar waren, dan is het in het algemeen beter om deze polis premievrij te maken. Premievrij maken betekent dat u geen verdere premies meer betaalt maar dat u de polis laat bestaan en tot uitkering laat komen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. 

Ga nooit over tot afkoop (= stopzetting) van een lijfrentepolis! Dit kost u veel geld in de vorm van hoge administratiekosten van de verzekeraar waar u de polis hebt afgesloten. Bovendien moet u inkomstenbelasting betalen over het vrijkomende bedrag en daarbovenop nog zogenaamde revisierente (vaak 20%) over het vrijkomende bedrag. Niet doen dus!

PENSIOENGAT

Mocht u het idee hebben dat u een pensioengat heeft dan is het misschien toch mogelijk om tijdelijk een bescheiden, eigen pensioenvoorziening op te bouwen, gebruikmakend van de zogenaamde reserveringsruimte. Wat uw reserveringsruimte is kunt u het beste laten berekenen door een financieel adviseur omdat deze berekening niet eenvoudig te maken is. Als er volgens de berekening nog ruimte is voor aanvullende pensioenvoorziening dan is de eenvoudigste en goedkoopste methode hiervoor het zogenaamde banksparen. 

FISCAAL VOORDEEL

Pensioenpremies voor de SPH en banksparen zijn dus vormen van pensioenvoorziening die fiscaal voordeel bieden. Het kopen van een huis kan in wezen ook als pensioenvoorziening worden beschouwd, zeker zolang de betaalde hypotheekrente nog aftrekbaar is van uw inkomen. Woont u nu bijvoorbeeld in een dure huurwoning en groeit het geld op uw spaarrekening dan is het zeker het overwegen waard om een huis te kopen. 

SPAREN EN BELEGGEN

Naast de hierboven genoemde vormen van pensioenvoorziening kunt u nog gaan sparen en beleggen. Sparen en beleggen zijn niet fiscaal aftrekbaar maar kunnen, mits met beleid uitgevoerd, ook een goede aanvullende pensioenvoorziening betekenen. 

Sparen heeft het voordeel dat u, indien nodig, direct weer over uw geld kunt beschikken. Er zijn in het algemeen geen kosten aan verbonden en het levert rente op. Nadelen zijn dat de rente (zeker op dit moment) erg laag is en het gegeven dat u ieder jaar in principe 1,2% belasting in box 3 betaalt over uw spaartegoed. Verder vereist sparen de nodige discipline, iets wat lang niet iedereen op kan brengen. Maar met sparen kiest u dus voor zekerheid. 

Wie een wat onzekerder bestaan prefereert, kan gaan beleggen door geld in beleggingsfondsen te investeren of zelf een beleggingsportefeuille op te bouwen. Voordelen zijn dat u net als in het geval van sparen baas blijft over uw geld, en dat er kans is op een hoog rendement (door koerswinst en/of dividend of in het geval van obligaties rente-uitkeringen).

Nadelen zijn dat je u een slechte beurs uiteraard ook een laag of zelfs negatief rendement kunt scoren en dat er meestal kosten aan verbonden zijn, zoals aan- en verkoopkosten van effecten, bewaarloon en kosten van beleggingsadviezen. Bij beleggen zijn ook geen fiscale voordelen te verkrijgen.

A.P.T. Bastiaans
Belastingadviseur
E-mail: taxmanbas@yahoo.com

 

Arbeidsongeschiktheid

U bent als waarnemer niet automatisch verzekerd voor arbeidsongeschiktheid. Uw loon loopt dus niet door bij ziekte. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is daarom aan te bevelen.                                                                                                                                                              

Diverse commerciële partijen bieden deze verzekeringen tegen verschillende voorwaarden aan. Het is aan te raden met name de voorwaarden van uitbetaling onderling nauwkeurig te vergelijken of u door een onafhankelijk verzekeringsadviseur bij te laten staan.

Daarnaast is het mogelijk om u aan te sluiten bij een zogenaamd Broodfonds dat vaak lokaal of regionaal en soms per begroepsgroep is georganiseerd. Deze non-profit organisatie werkt op basis van belastingvrije giften, gefinancierd uit de inleg van leden. Zie voor meer informatie: www.broodfonds.nl

Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)

Hoe voldoen waarnemers aan de verplichtingen van de Wkkgz?

In deze wet zijn er drie mogelijkheden om aan te sluiten bij:

  • een geschilleninstantie
  • een klachtenfunctionaris
  • een klachtenregeling.

Waarnemers die uitsluitend in opdracht van anderen werken en minstens twee verschillende opdrachtgevers hebben (Zzp-ers) worden beschouwd als solistisch zorgverlener en moeten zich zelfstandig aansluiten bij een geschilleninstantie.

Met betrekking tot een klachtenfunctionaris en een klachtenregeling kunnen waarnemer (=opdrachtnemer) en praktijkhoudend huisarts (=de opdrachtgever) afspreken dat de waarnemer valt onder de aansluiting van de opdrachtgever.

Dit laatste moet dan wel worden opgenomen in de overeenkomst tussen waarnemer en opdrachtgever (dit staat ook in de voorbeeldwaarneemovereenkomsten van de LHV).

Waarnemers kunnen zich ook zelf aansluiten bij een klachtenfunctionaris en een klachtenregeling.

Waarnemers die alleen in dienstverband werken zijn op grond van Wkkgz werknemer en vallen onder de aansluiting van de huisarts-werkgever. Zij hoeven zich niet zelfstandig in te schrijven.

Waarnemers die zowel in opdracht van anderen werken en tevens in dienstverband zijn bij een huisarts(organisatie) moeten zich voor hun werkzaamheden in opdracht van anderen zelfstandig aansluiten bij een geschilleninstantie en vallen voor hun werkzaamheden in dienstverband onder de aansluiting van uw werkgever.

Hoe worden klachten, die zich hebben afgespeeld vóór 1 januari 2017, maar na 1 januari 2017 worden ingediend, behandeld?

Alle klachten die vanaf 1 januari 2017 worden ingediend worden behandeld conform de Wkkgz. Oók indien ze betrekking hebben op een voorval dat zich vóór die datum heeft afgespeeld. Uiteraard wel met inachtneming van een verjaringstermijn, zoals opgenomen in de klachtenregeling.

Aanbieders zijn:

DOKh: www.dokh.nl

SKGE: www.skge.nl(externe link).

Waarnemers die lid zijn van de LHV krijgen 10 procent korting op de jaarlijkse kosten bij de SKGE.

Herregistratie

Per 1 januari 2016 is het nieuwe Besluit Herregistratie Specialisten in werking getreden. Kern van het nieuwe herregistratiesysteem is deelname aan regelmatige evaluatie van individueel functioneren. Het Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) dient als vliegwiel voor verbeteracties die uit deze evaluaties voortkomen.

In het nieuwe systeem toetst de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS):

  • deelname aan het visitatieprogramma (IF-H) óf
  • deelname aan een erkende accreditering/certificering van de huisartsenpraktijk waar u werkzaam bent of werkzaam geweest ben tijdens het accreditatietraject of waarbij het certificaat is toegekend.

Deelname heeft uiteraard plaats gevonden in de herregistratieperiode, kortweg: referteperiode.

Daarnaast gelden eerder vastgelegde herregistratie-eisen. Deze zijn van toepassing op uw referteperiode die altijd van datum tot datum loopt. In deze referteperiode heeft u:

  • Over een periode van vijf jaar ten minste 16 uur per week het specialisme huisartsgeneeskunde uitgeoefend;
  • Over een periode van vijf jaar ten minste 40 uur per jaar deelgenomen aan geaccrediteerde deskundigheid bevorderende activiteiten;
  • Deelgenomen aan ten minste 10 uur geaccrediteerde intercollegiale toetsing
  • Per jaar ten minste 25 of 50 uur avond-, nacht of weekenddiensten gedaan, afhankelijk van de duur van uw registratie als huisarts.

Over de wijze waarop de RSG uw herregistratie toetst, over het visitatieprgramma en over erkende certficerende instanties van de huisartsenpraktijk kunt u meer informatie vinden op: www.mijnvisitatie.nl

Geen AGB-code nodig voor waarnemers!

Een Algemeen Gegevens Beheer-code (AGB-code) is een unieke, landelijke code waarmee  zorgaanbieders staan geregistreerd in een landelijke database. Dit systeem wordt beheerd door Vektis, centrum voor informatie en standaardisatie ten behoeve van zorgverzekeraars.

Waarnemers hebben op een huisartsenpost geen AGB-code nodig. Ten onrechte denken diverse partijen zoals huisartsenposten, apotheken, ICT-leveranciers en waarneemorganisaties dat een individuele AGB-code noodzakelijk is bij verwijzing naar de tweede lijn of bij voorschrijven van medicatie.

De AGB-code van de instelling is echter voldoende, aldus de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZa). Het digitale platform Zorgdomein voorkomt dat bij verwijzingen vanuit een huisartsenpost naar de tweede lijn toch om een AGB-code wordt gevraagd.

Ook bij het voorschrijven van medicatie is de instellings-AGB voldoende. De KNMP stelt dat huisartsenposten in tegenstelling tot ziekenhuizen geen individuele AGB-code nodig hebben.  Voor het LSP (Landelijk Schakelpunt), de vereniging van zorgaanbieders voor zorgcommunicatie, is de AGB-code helemaal geen vereiste.

Bij het aanvragen van een UZI-pas, Unieke Zorgverlener Identificatie-pas, wordt weliswaar gevraagd naar de AGB-code maar dit is een optioneel veld. Een waarnemer kan een UZI-abonnement en een UZI-pas aanvragen zonder AGB-code.